De laatste!
Gambini Objecten in hun gebruik
Woordenschat uitbreiden, zinsbouw, categoriseren, concentratie en geheugen.
Net het kleine visuele ondersteunings duwtje die veel kinderen nodig hebben, de extra aandacht aan datgene waar zij nog moeite mee hebben. De Gambini spellen voorzien in een behoefte die er ligt bij scholen, RT, leercoaches, logopedie en andere proffesionals.
Inhoud:
- 48 kaarten met kleurenafbeeldingen (24 setjes)
- handleiding
- geïllustreerd overzicht van de afbeeldingen
Dagelijkse voorwerpen en hun gebruik leren kennen en enoemen. “Wat doe ik waarmee?”
Motieven:
• kam – haren (kammen) • zeep – handen (wassen) • handdoek – vaat (afdrogen) • tandenborstel – tanden (poetsen) • lepel – soep (eten) • rietje – sap (drinken) • mes – brood (smeren) • schilmes – aardappels (schillen) • blikopener – blik (openen) • waterketel – thee (zetten) • potlood – kaart (schrijven) • kwast/penseel – schilderij (verven) • schaar – ster (uitknippen) • lijm/plaksel – auto/speelgoed (plakken/lijmen) • racket – shuttle/pluimbal (slaan) • luchtpomp/fietspomp – band/wiel (oppompen) • naald – knoop (aannaaien) • handveger – vuil (bijeen vegen) • gieter – bloem (gieten) • lucifer – kaars (aansteken) • (blok)fluit – lied (spelen) • verrekijker – vogels (kijken) • zaag – plank (doormidden zagen) • net/schepnet – vis (vangen)